Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wie bereidt de raaf haar [6]kost, als haar [7]jongen [8]tot God schreeuwen, [als] zij [9]dwalen, omdat er geen eten is? 6. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk den kost, die met jagen gekregen wordt. Zie Gen.27:3, en de aantekening. 7. Hebreeuws, geborenen. 8. Dat is, als zij in hun nest schreeuwen om aas; hetwelk een geroep tot God genaamd wordt, omdat God voor het voedsel der jonge raven zorg draagt. Men schrijft dat zij in het eerst, omdat zij wit paddenhaar hebben, van de ouden verlaten worden, totdat zij zwart zijn, en hier intussen wonderbaarlijk van God gespijsd worden met zekere wormpjes, die in het nest uit hun drek groeien. Vergelijk Ps.147:9. 9. Te weten, omtrent het nest van de moeder verlaten zijnde.